Zorgbudget onder controle

Scholen moeten tegenwoordig een studie maken van allerlei regelingen om te weten hoe ze precies in elkaar zitten. Wanneer moeten ze hun eigen budget aanspreken en wanneer kunnen ze ouders/verzorgers (en kinderen) doorverwijzen naar de gemeente?

Samenwerkingsverband en zorgbudget

De scheiding ligt tussen ‘lichte’ en ‘zware’ zorg. Sinds de invoering van het passend onderwijs krijgen samenwerkingsverbanden van scholen een zorgbudget toegekend. Dat kunnen scholen vervolgens inzetten om kinderen met een zorgvraag op school te ondersteunen. Eventueel is het mogelijk om een externe deskundige hieruit te betalen.

Voorbeeldsituatie

Als school heeft u een leerling met bepaalde gedragsproblemen waarvan u wilt weten wat er precies aan de hand is. U kunt een zorgprofessional vragen om het kind in de klas te observeren. Dat kan uit het zorgbudget worden betaald. Is er verder alleen maar extra aandacht op school nodig, dan hoeft de gemeente niet ingeschakeld te worden.

Bij vermoeden dat er meer aan de hand is, kan u als school de ouders/verzorgers en hun kind doorverwijzen naar de gemeente. In dit geval geeft de gemeente aan of het kind doorgestuurd kan worden naar een zorgprofessional. Zij geven vervolgens een beschikking hiervoor af.

Ook via de huisarts kan een kind nog doorverwezen worden voor verdere specifieke zorg. Ouders/verzorgers bepalen op basis daarvan zelf welke zorgverlener voor dat traject inschakelen. Het is wel zaak dat de zorgverlener een contract heeft met de gemeente. In sommige gevallen kan zelfs daarvan afgeweken worden. Als een kind bijvoorbeeld al eerder zorg heeft gekregen en het verstandig is om bij dezelfde zorgverlener te blijven.

Het onderscheid met de zorgverzekeraar

De bovengenoemde situatie kan als volgt weergegeven worden:

  • Samenwerkingsverband → Zorgbudget school → ondersteuning van school en leerkracht → eventueel zorgverlener ingeschakeld via samenwerkingsverband
  • Jeugd ggz → gemeente bepaalt → zorgverlener naar keuze van ouders

De zorgverzekeraar komt in het hele plaatje niet meer voor.